Volgende week is het dan ein- de- lijk zo ver.. We gaan naar China! Na een maandenlange voorbereiding en het fixen van een visum voor China is dan zo ver. We gaan naar het land van de nasi, bami en de tjap tjoi. Niet dat we alleen voor het eten gaan, maar dat is toch wel het eerste wat ons Nederlanders te binnen schiet als we denken aan het land China. Toch weet ik zeker dat het land veel rijker is dan alleen het eten. We gaan het hele land door reizen en op zoek naar de ware pareltjes van de volksrepubliek.

Vliegen naar Bejing

Vrijdag vliegen we naar Beijing, de stad van de Olympische Spelen van 2008. Daar gaan we ons eerst een aantal dagen vermaken met de drukte, imposante gebouwen en het plein van de eeuwige vrede. Daarna laten we deze wereldstad achter ons om het platteland in te gaan. We hebben hiervoor een gids ingehuurd die ons alle leuke dorpjes laat zien. Zonder gids hadden we dit avontuur sowieso niet aangedurfd omdat er in de binnenlanden nogal wat armoede heerst en sommige gebieden ronduit onherbergzaam zijn. We zijn dan ook blij dat we een gids hebben weten te strikken.

Vanaf het platteland naar de kust

Op het platteland zullen we bekende en minder bekende plekken aandoen. Zo staat de Chinese muur natuurlijk bij ons op het lijstje, maar willen we ook het dagelijks leven van de Chinezen mee maken. Als we dit gedaan hebben dan is het tijd om te relaxen aan de Chinese costa. We hebben een mooie plaats uitgekozen, ver van de industrie en waar het toerisme nog in opkomst is. Zo willen we het massale achter ons laten en genieten van een oase van rust.

We zijn heel benieuwd naar de mooie dingen die het land China ons te bieden heeft. Voor westerlingen is China tegenwoordig goed bereikbaar, maar nog steeds onontdekt als je het vergelijkt met Amerika of Australiƫ. Wij gaan eens kijken of dit terecht is, of dat China juist een ware aanrader blijkt te zijn!